Archive for the ‘poëzie’ Category

De procedure


Beste Marc

hartelijk dank voor je sollicitatie en je interesse in
[naam koepelorganisatie kunstacademies]

           (De vreemde aanname – of erger indien
           onnadenkendheid – dat de werkgever me
           meer zou interesseren dan het werk)

helaas zullen we de procedure niet met je voortzetten  
de reden hiervan is dat er kandidaten zijn die
beter aansluiten bij functieprofiel [sic]

           terwijl ik mijn brief toch begon met
           de als verkoopargument verpakte en
           op basis van voorkennis uit de eerste
           en tweede hand over het instituut in
           kwestie tegelijkertijd ook goedbedoelde
           waarschuwing dat

ervaring op papier iets anders kan zijn dan
geschiktheid – zeker waar het
[naam kunstacademie] betreft

           maar mezelf positioneren als
           de onwaarschijnlijke kandidaat
           was misschien een slecht idee
           evenals het bezigen van een taal die
           grootverbruikers van vacatureproza
           denkelijk al snel met selectieve
           leesblindheid slaat

           al is het ook heel goed mogelijk dat
           geen functieprofiel ter wereld nog
           aansluit bij mijn zwaarbevochten
           geschiktheid om Beste Marc te zijn
           
           dat laatste hadden ze dan wel weer
           goed gezien

conform artikel 12 en 17 AVG zullen uw gegevens uit
ons werving en selectie systeem [sic] worden verwijderd

           (ga door
           ik vind het heerlijk als je
           zo tegen me praat)

Chronos

Een korte werkplaatshandleiding

Alles lijkt al zo
godvergeten lang geleden
toch blijf je maar dezelfde
beduimelde bladzijden
omslaan – jaar na jaar
maand na maand
op sommige dagen
uur na uur – de druk
neemt toe, de tijd dringt.

Misschien heb je iets
gemist, misschien
mis je ineens iets wat er
gisteren nog was?

Het papier, de inkt
de ouderdom: de geur
heeft het al lang
gewonnen van de woorden
de versleten formules
versteend en vloeibaar
tegelijk en de ruimte
tussen de regels witter
en witter tot oogverblindend
vacuum –

de filmprojector ratelt
het felbleke beeld flakkert
in de mist een schim van
je vader je ziet hem
lachen en iets zeggen maar
de woorden zijn achtergebleven
in de tijd –
in je kop dan toch

klank
intonatie
ritme

flarden          
fragmenten

veel meer is het niet
maar het fluistert
fladdert mee
herhaalt zichzelf
vertaalt zichzelf in je
woorden klanken
beelden –

vingerafdrukken

zelfs als je een blanco vel
tevoorschijn bladert – kijk!
kruipolie in de kantlijn nog
voor je een woord gezegd hebt
en het is goed
want

de eerste liefde
van de mens is
kosmos uit chaos
koste wat kost –
je droomt uit al die losse
draden een schitterend
weefsel waar de tijd
meteen al weer de
gaten in vreet maar
je weet ook dat het
niet geeft – je hebt
eigenlijk alle tijd:

toen en nu en
later als je groot
bent tegelijk – 

wijs als een kind
naar de nachtelijke
hemel en verbind
de punten steeds weer
tot nieuwe patronen
nieuwe verhalen
blijf je verbazen
blijf spelen met
de werkelijkheid
het enige ware
tijdverdrijf

DE – 10 – 80
gebroken wit op
donkerblauw
je draait de contactsleutel
van de groene Alfa Junior om
de motor gromt je rijdt
zo ver terug in de tijd
dat je niet meer
om hoeft te kijken
alleen nog maar
vooruit – het geluid
geruststellend en
je vader zegt
Alles komt goed

Geschreven voor en uitgesproken bij de opening van Project 72 op 10 april 2022 bij Kunstenlab Deventer.

Tax

Ik heb niets te verliezen
of althans niet veel
– voor waardigheid
of dat soort flauwekul
ben ik te oud – hier
ontvouwt zich uit
verse rimpels
nog altijd een
melkmuil met een
kinderlijk geloof in
de rekbaarheid
van tijd – hoeveel
horloges heb ik
overleefd – hoeveel
uren aan klokkijken
besteed – ik weet
iedere seconde met
Zwitserse precisie
in mijn versteende
kop gekerfd
keeping track
zogezegd
elk mager succes
voor de prijs van
twee keer op je bek
eindeloze zomers
alsnog langs de
meetlat gelegd
want
wat heb je nou
eigenlijk gedáán
wát heb je nou
eigenlijk écht
gedaan
waar je niet
jaren later
met schaamte
voor het verkloten
van zo veel tijd
op terugkijkt?

Reflux

Walgelijke dagen de dagen waarop
de kaken doelloos malen de woorden
taaie rondjes draaien een klont
hersenroze kauwgom kijk mij eens
nutteloos wezen –
…………………….. slikken of spugen
zou je zeggen kon je spreken maar alles
blijft plakken kleven hangen steken
onmachtig tussen hemel en
huichelachtigheid –
……………………….. in de tussentijd
probeer ik mezelf met haat in mijn lijf
de taal te leren die zich kirrend om de
leegte kronkelt van geilheid niet weet
waarvoor ze zich leent –
………………………………. ik wou dat het
me speet maar de tijd van met stalen kaken
zwijgen lijkt voorbij de giftige sappen sijpelen
uit starende monden langs glimmende kinnen
glazige ogen –
…………………. ik versta alleen nog
mijn vak maar de wind waait ineens guur door
dit van god verlaten theater de gemompelde
monoloog van de laatste acteur lost op in
bitter en E-zuur –
……………………. alles waar jij van houdt
wordt voortaan door de pooiers de paaiers de
eindeloze praters uitgekauwd en je vervolgens
tot kokhalzens toe weer terug in je eigen strot
gedouwd.

Non-existent

Vind maar eens de woorden die niet
iedereen al gebruikt of op zijn minst
een volgorde die recht doet aan je
onverwoestbare ijdelheid – alsof
alleen de letters zoals jij ze ziet en zachtjes
tegen de spiegel zegt de kracht bezitten
van bezweringsformules
 …………………………….– terwijl je
het verrekt om op de knieën te gaan of
hoe dan ook de kop een keer in deemoed
te buigen – te bidden, as it were, tot ons
eindeloos tollende universum, dat zich
in zijn geheel bevindt in een perfect rond
bolletje stront, door de eerste de beste
mestkever over de gebarsten grond van
weer een andere wereld voortgerold

Vind maar eens de zin die niet
per seconde verandert, verdwijnt of
raadselachtig zwijgt
………………………..– liever staar je je
blind op het wit tussen de woorden alsof
de verlossing van al je voorgeprogrammeerde
dromen

………..(lentebries sprenkelt zonlicht op de bloesem van de appelboom /
je blote voeten in het hoge gras van een klein maar onbegrensd
paradijs)

…………zich zal openbaren in een flits – misschien
wanneer je voor het raam staat van je huurhuis op
drie hoog en mompelend het gestaag naderende
onweer vraagt of nee gelooft nee hoopt nee zeker
weet dat de bliksem
…………....…………..– niet-bestaande god van
chaos en toeval –
…………....………je zal herkennen en
schitterend en sidderend
omhelzen tot al je
atomen weer één met
het alles om je heen tot je
losse letters geen
woorden
………….– ha!

vergeet het maar
zo uitverkoren
ben je niet.

 

Falanx

Als ik dan na dagen zonder slaap eindelijk
wakker word en de wereld langzaam
tot stilstand komt, stopt met draaien
voor mijn ogen en wildvreemden me
aanstaren alsof ik waanzinnig
mooi ben of misschien gewoon
al dood – te laat
mijn vuisten bal ter verdediging,
één zielig plastic zwaard en twintig
speelgoedschilden goed voor
een glimlach maar god
zo slap – ik sla
een vreemd figuur zo vechtend
met de imaginaire materie en
mijn immateriële zelf terwijl
glazen en gelach onpersoonlijk
schel door de ruimte rinkelen,
de hel – de anderen
ze lachen van alle kanten achteloos
ten aanval duizend blinkende
tanden bloot
schilden of zwaarden
hoe dan ook
ontwapenend en
niet weinig
angstaanjagend want
de anderen
ik ben ze
als het erop aankomt
allemaal

 

Exit Strategy

Mag u mij volgen naar de gastenkamer
Mag u een kopje koffie gebruiken
– met dodelijke precisie en in moordend tempo
geschonken uit zilveren kannen met lange tuiten door
niet te stuiten hostessen, vervaardigd uit
hoogwaardig Twents eiken –
…………………………………hier is het altijd mooi weer
…………………………………hier zit ineens alles mee
…………………………………hier hebben ze godverdomme nog eens
…………………………………strak
…………………………………afgemeten
…………………………………cake!
ik zag heus wel –
ik zag heus wel hoe
de letters die je sprak
zich radeloze mieren rond
de genadeloos dichte kist
wisten terwijl ze woorden
wilden zijn maar toch
moet ik zeggen
heb je mooi gesproken
alles wat je vertelde
is exact
hoe ik was

 

Rex

Iemand moet op mijn lippen bijten
iemand anders dan ikzelf en hard – tot het bloed op het shirt drupt,
inktzwart en in plaats van woorden.

                          Mating season, mating season!

Met meewarige blik op eigen bestaan
loens ik elke goeie kont na – geen borstenman
geen moedercomplex
geen brein geen lichaam geen bloed geen shirt
geen lippen geen woorden –
………………….. steeds minder chaos
……………………steeds meer esthetisch genot
……………………steeds meer geprevel tot de goede god

But The Lizard Brain! But The Lizard Brain!

Fuck het gevecht.
En:
Fuck de overgave.

Bijt mijn lippen stuk en ik stippel een ontsnappingsroute uit
verbind de punten tot een vijfsterrenverblijf in een
labyrint van mijn keuze of, beter nog:
via de versleten campingbistro en het
beeldschone meisje dat er une pression tapt terwijl ze
jou en je gezinspizza’s tot hooguit
kamertemperatuur opwarmt –
o, man
……………………steeds meer overzicht
……………………alleen nog maar esthetisch genot
……………………en ten slotte
……………………alleen nog maar geprevel
……………………tot de goede god

 

P.S.

Later, veel later, zie ik de verlichte ramen der nachtbrakers weerspiegeld in het water op de daken, en de katten sluipen tevoorschijn uit hoeken en gaten en sissen en grommen en vechten om te bepalen: wie is morgen nog kater.

Behalve jij

In drie dagen tijd

jaren ouder maar

gelukkig

geen zak wijzer

waarom zou je ook

we stammen allemaal af

van de apen

behalve jij en je

zwakzinnige vriend

natuurlijk

wat kunnen we anders

dan proberen om

hand in hand

een beetje

omhoog te vallen.

 

Verschenen in de laatste editie van Het Gat, losbladig magazine van Down The Rabbit Hole 2015.