Een uitgesteld vallen
Eind goed, al goed. Wat we al weten moet soms opnieuw geleerd: beuk het jukbeen met kracht tegen een gietijzeren paaltje en de huid splijt gewoon open – paal wint, man druipt bloedend af, fiets mee aan de hand. Die goeie ouwe fiets, waarvan het voorwiel spontaan en met een vloeiende boog een inwaartse spiraal inzet, de zintuigen mee in een prachtige pirouette en de wetten der natuur meedogenloos – straat kantelt, middelpuntvliedende kracht straft karakterzwakte keihard af. Stoeptegels, paal, jukbeen, vlees barst. Meer bloed dan spijt. Op dezelfde fiets naar het feest toe nog vol goede voornemens, na afloop alleen nog maar vol. De macht over het stuur was ik al jaren kwijt, het wachten was al die tijd op het vallen.