Ruimte
Ik verwacht ieder moment een kudde giraffen te zien, de nekken statig deinend boven het hoge, gouden gras – zo veel lijkt de oneindige heide hier op een savanne. Het gras, de verdwaalde, taaie bomen her en der in de vlakte en in de verte een ruimteschip dat langzaam dichterbij komt: de radiotelescoop van Dwingeloo is zo groot – bij de ingebruikneming in 1956 de grootste ter wereld – dat hij van afstand dichterbij lijkt dan hij is. We naderen de schotel over een eindeloos lang en recht fietspad en als we er eindelijk zijn, valt het formaat van de schotel vreemd genoeg wat tegen – misschien omdat het een open metaalconstructie is, misschien omdat je weet wat ze ermee deden: de Stichting Radiostraling van Zon en Melkweg keek verder dan ooit tevoren in het heelal en hoorde en zag hoe ons universum in elkaar steekt, want radioruis geeft een kraakhelder beeld, dwars door stofwolken en gruis. Nog in 1994, lees ik, ontdekten ze met het instrument een sterrenstelsel op 10 miljard lichtjaar bij ons vandaan – dichterbij dan het lijkt. Wie in de onmetelijke ruimte iets nieuws vindt mag het een naam geven, zelfs zijn eigen naam, dus heet het sterrenstelsel Dwingeloo I. Daarna ontdekten ze er nog één, dat noemden ze Dwingeloo II. Het is drie uur in de middag, de zon brandt op de savanne, dwars door de schotel van de radiotelescoop en de staalblauwe hemel zie ik de spiralende armen van ons eigen sterrenstelsel. Ze wenken, kijk! In een heideveld aan de rand van Dwingeloo II deinen rustig de giraffen voorbij. Ze hebben de ruimte, ik geef ze de tijd.