Blindganger
Net als je merkt dat ik het hart op de tong heb spuug ik je het bloed in de ogen; want het is altijd oorlog en ik wil niet dat je me ziet verliezen – zelfs niet mezelf in mezelf. ’s Nachts verschans ik me in mijn laatste, laffe loopgraaf en spoel ik de lijklucht uit mijn lijf met rauwe rode wijn. Overdag dwaal ik op de tast door de stad, een frisgewassen soldaat, ogen toegeknepen tegen het licht. Blindganger. Maar kadavers stinken het hardst op zonnige dagen.